Opbaren
Elektrisch koelen vraagt weinig energie, maar graszoden zijn het duurzaamst In Nederland wordt op dit moment vooral opgebaard met behulp van koelapparatuur. Als de overledene naar een rouwcentrum wordt overgebracht, dan wordt het lichaam in de periode dat het niet opgebaard is in een gekoelde ruimte bewaard. (Een soort van koelcel.) Bij thuisopbaringen wordt er vaak gebruikt gemaakt van een koeltafel, bedkoeling of kistkoeling. Dat is een apparaat dat onder de kist of het bed wordt geplaatst en waarmee het lichaam van de overledene gekoeld wordt.
In hun
milieu-onderzoek naar de uitvaart hebben Remmerswaal en Van de Heuvel berekend hoeveel energie koeling verbruikt. Bij een verblijf in het uitvaartcentrum zijn ze uitgegaan van vijf dagen koelen, dat is gelijk aan 90 Watt, het vermogen van de koelapparatuur in een mortuarium, en dit correspondeert met 0,4 milieupunten.
Een bedkoeling bij een thuisopbaring kost ongeveer drie keer zoveel, aldus Remmerswaal en Van de Heuvel. Ter vergelijking (en misschien ook ter relativering): het is vergelijkbaar met wat een wasmachine of een vrieskist in een maand gebruikt.
Thanatopraxie
Koeling wordt gebruikt om een overledene tot de dag van de uitvaart, met het oog op opbaringen, in een zo goed mogelijke conditie te houden. Op 1 januari 2010 is de herziene Wet op de lijkbezorging van kracht gegaan. Een van de aanpassingen betrof de maximum termijn waarbinnen een overledene begraven of gecremeerd moet worden. Die werd verlengd tot 6 werkdagen. Dat betekent dat een uitvaart soms wel 11 dagen na het overlijden plaatsvindt. Dat is lang om een lichaam goed te houden met een koeltafel of een opbaring met graszoden. In dat geval kan
thanatopraxie een optie zijn. Ook dat was een aanpassing in de nieuwe wet. Vanaf 1 januari 2010 is thanatopraxie, een lichte vorm van balseming, toegestaan.
Thanatopraxie is een lichte en tijdelijke vorm van conservering van de overledene. Doel: gedurende de periode van opbaring de lijkontbinding tijdelijk remmen, de hygiëne bevorderen en de overledene een natuurlijker en toonbaarder aanzicht geven. Met deze methode wordt dus slechts een tijdelijk uitstel van de intreding van de ontbindingsverschijnselen bereikt en beoogd.
De vloeistof die bij thanatopraxie wordt gebruikt bestaat voor 0,5% uit formaline (een oplossing van formaldehyde in water). De rest van de vloeistof bestaat uit een samenstelling van water, kleurstoffen, zouten en andere mineralen. De vloeistof wordt in de bloedbaan ingebracht.
Formaline schadelijk voor mensen
Formaline is een giftige stof en schadelijk voor mensen. Uit een Engels onderzoek blijkt dat het werken met formaline tot aanzienlijke gezondheidsproblemen kan leiden. Niet alleen is er een groter risico (maar liefst 30%) om neus-, long- en slokdarmkanker te krijgen, maar het kan ook leiden tot hoesten, benauwdheid en hartritmestoornissen, en op de lange termijn tot bronchitis, hersen- en longbeschadiging en een slechte coördinatie.
Dit gevaar kan aanzienlijk of geheel worden teruggedrongen als er de juiste voorzorgsmaatregelen worden getroffen, dat wil zeggen er wordt gewerkt met handschoenen en een mondkapje, en de ruimte wordt goed geventileerd.
Formaline schadelijk voor het milieu?
Maar hoe slecht is formaline voor het milieu? Ontsnapt formaline bij de crematie in de lucht en komt het bij begraven in de bodem en het grondwater terecht? Hoogleraar Milieukunde Lucas Reijnders zegt in Het Uitvaartwezen van juni 2007 dat de formaline tijdens de uitvaart is uitgereageerd, dus geen belasting voor het milieu betekent.
Bas de Leng, werkzaam bij de
Zorg Diensten groep - CMO/Docendo en een van de eerste in Frankrijk opgeleide thanatopracteurs, zegt in vakblad De Begraafplaats hetzelfde: “Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) heeft voor ons een conserverende vloeistof onderzocht en verwacht, gezien het zeer lage formaline-percentage, geen risico’s voor het milieu. Ook de concentratie van de kleurstoffen en zouten zijn zo laag dat ze geen risico’s vormen.”
Ontbinding kan gewoon doorgaan
En hoe staat het met de ontbinding van het lichaam? Wordt dat niet verhinderd? De Leng vertelt over een Frans onderzoek – in Frankrijk is thanatopraxie al decennia gangbaar – waarbij twee lichamen, één behandeld en één onbehandeld, onder dezelfde omstandigheden zijn begraven. De Leng: “Na zeven jaar werden de graven geopend. Het met thanatopraxie behandelde lichaam was verdroogd en als stof uiteengevallen. Het onbehandelde lichaam was op de gebruikelijke wijze ontbonden.”
In de Memorie van Toelichting (MvT) bij het wijzigingsvoorstel van de Wet op de lijkbezorging in 2009 stelde toenmalig minister van Binnenlandse zaken Guusje ter Horst dat ‘onderzoek heeft aangetoond dat thanatopraxie geen nadelige invloed heeft op het ontbindingsproces als eenmaal begraven is.’