Ter beschikking stellen aan de wetenschap
In 1632 schilderde Rembrandt van Rijn zijn beroemde
Anatomische les van Dr. Nicolaes Tulp. Dergelijke praktijklessen, waarin het lichaam van een overleden misdadiger centraal stond, werden alleen in de winter gegeven, omdat dode lichamen in warmere jaargetijden niet lang konden worden bewaard.
De moderne wetenschap heeft nog steeds behoefte aan menselijke lichamen. Uiteraard worden hier niet langer de stoffelijke resten van criminelen voor gebruikt. Op vrijwillige basis kunt u uw lichaam na uw dood ter beschikking stellen aan de wetenschap.
Het is evenwel een misverstand dat deze vorm van terbeschikkingstelling met het invullen van een donorcodicil kan worden geregeld. Daarin kan slechts worden bepaald dat bruikbare organen na de dood ter transplantatie kunnen worden aangeboden.
Terbeschikkingstelling is ook iets anders dan sectie en obductie, waarbij een patholoog de organen onderzoekt om de doodsoorzaak vast te stellen of om medisch handelen te controleren. Hiervoor zal een arts de nabestaanden om toestemming vragen, waarbij hij tevens uiteenzet hoe uitgebreid het betreffende onderzoek zal zijn. Een van de nabestaanden dient een toestemmingsformulier te tekenen.
Zelf contact opnemen met universiteit
Als u uw lichaam na uw dood ter beschikking aan de wetenschap wilt stellen, dient u bij leven contact op te nemen met een van de Nederlandse universiteiten of met een aan een universiteit verbonden ziekenhuis. De voorwaarden zullen van universiteit tot universiteit verschillen. Geen van de universiteiten zal u kunnen garanderen dat uw lichaam uiteindelijk ook daadwerkelijk wordt geaccepteerd – de vraag of u begraven of gecremeerd wilt worden is met de keuze terbeschikkingstelling dus niet uit de wereld. Een en ander hangt logischerwijs samen met de wetenschappelijke behoefte aan lichamen op het moment van overlijden. Er kan simpelweg een overschot aan lichamen zijn; jaarlijks zijn er circa 500 lichamen nodig. Daarnaast kan ook op basis van de doodsoorzaak worden besloten een lichaam niet te accepteren. Hierbij kan gedacht worden aan een te hoge leeftijd, kanker, besmettelijke ziekten of een ongeluk waardoor het lichaam te ernstig beschadigd is.
Weinig tijd voor afscheid
In de praktijk is er weinig tijd om afscheid van de overledene te nemen. Binnen 24 uur willen de medische faculteiten het lichaam kunnen conserveren. Vaak wordt het geconserveerde lichaam lange tijd bewaard voor het daadwerkelijk onderzocht wordt. Wettelijk is bepaald dat er hoe dan ook niet binnen 36 uur na overlijden met onderzoek mag worden begonnen.
Over wat er na ontleding (en dat kan dus geruime tijd na uw overlijden zijn) met uw stoffelijke resten gebeurt, dient u duidelijke afspraken met de betreffende universiteit te maken. Doorgaans worden gedoneerde lichamen anoniem begraven of verbrand. Aan terbeschikkingstelling zijn hoe dan ook geen financiële consequenties verbonden.
Wanneer u uw lichaam ter beschikking wilt stellen aan de wetenschap, dan dient u deze wens expliciet schriftelijk vast te leggen in een testament of een codicil. Bovendien dient u een formulier van de betreffende medische faculteit in te vullen, en moet een van uw nabestaanden schriftelijk bevestigen dat hij of zij op de hoogte is van uw wens.